Op Instructables kwam ik een keurige instructie tegen hoe men netjes MC4 connectoren aan solar bekabeling kan bevestigen. Dat komt goed uit want ik heb hier en daar behoorlijke stukken DC kabel van zonnepanelen naar omvormers liggen waar best een stuk uit kan. Dat scheelt niet alleen kabelverliezen maar ook inductielussen. Zaak is alleen om professioneel MC4 connectoren aan te brengen.
Het artikel bevat ook een waarschuwing tegen het gebruik van fake MC4 connectoren. Immers: alle commotie afgelopen zomer over dakbranden bij PV systemen werd teruggevoerd op incompetente mating van MC4 connectoren van verschillend fabrikaat. Zo’n waarschuwing vindt u op de website van de bona fine fabrikant, Staubli
Instructables: how to make MC4 solar connectors
IRENA (het Internationale Hernieuwbare Energie Agentschap) heeft een analyse gepubliceerd over bestaande zonnestroom met daaraan gekoppeld marktvooruitzichten en een prognose voor 2050. In 2018 stond er wereldwijd 480 GWp aan zonnestroom installaties opgesteld. In 2050 zal het opgestelde vermogen naar verwachting zijn opgelopen tot 8.000 GWp (8 Terawattpiek) ofwel 1/4 van de benodigde capaciteit voor elektriciteitsopwekking wereldwijd.
Dat is pas een zonnig bericht! IRENA voorspellingen zijn altijd aan de voorzichtige kant geweest.
Bron: Smart Energy
Polen wordt in de pers vaak afgeschilderd als een roetzwart fossiel land. En inderdaad, de kolenlobby overheerst in Polen wat betreft de elektriciteitsproductie en je moet in sommige steden niet de was buiten aan de lijn hangen als de wind verkeerd staat. Veel interesse voor zonnestroom bestond er niet in het land. Misschien vonden ze PV maar iets voor wufte westerlingen en watjes. Zoiets van “Mannen stoken kolen”, haha. Dat is aan het veranderen. Voor 2015 lag er nog geen enkel zonnepaneel in Polen. Op 1 januari 2019 daarentegen lag er officieel al 485 MWp aan zonnepanelen energie uit de Poolse luchten te plukken. Die hoeveelheid is in drie kwartalen van dit jaar rap opgelopen tot een feestelijke 1 GWp geinstalleerd zonnestroomvermogen per 30 september, aldus de netbeheerder, Polskie Sieci Elektroenergetyczne S.A. Er is afgelopen juli een subsidieprogramma gestart waarmee wordt getracht om zonnepanelen op daken van Poolse woonhuizen te krijgen (Mój Prąd – mijn elektriciteit) – Er zit 235 miljoen euro in de pot. Wellicht zien vakantiegangers volgend jaar de eerste Poolse dorpjes met zonnepanelen op de woningen.
artikel in PV-Magazine
Iemand uit de wijk belde mij op. Hij woont net als ik in een woning binnen het Rijks Beschermde Stadsgezicht “Zuidelijke Schil” van Leiden. Zijn woning uit 1936 heeft nog enkel glas (!) en hij dacht erover om HR++ glas te laten plaatsen op de begane grond. De glashandel had hem al gewaarschuwd: Je hebt een omgevingsvergunning nodig omdat de kozijnen zo dun zijn dat er glaslatjes moeten komen.
Dat van die vergunning leek mij kras.
Dus gebeld met de gemeente. Inderdaad: de ambtenaar meldde: ”
Op het moment dat de buitenste glasplaat verder naar buiten komt (dikker glas zonder infrezen) en de wijze van bevestiging wijzigt (stopverf naar glaslatten) is er in het beschermde stadsgezicht een vergunning nodig.
Dat is duidelijke taal. HR++ glas met stopverf vastzetten, jawel, hoe bestáát het. Een lullig glaslatje is dus een zodanig grove schending van de welstand dat je er vergunning voor moet aanvragen. Dat is in Leiden enorm omslachtig, kost sowieso 40 euro leges, duurt 10 weken en de kans is levensgroot dat je geen vergunning krijgt.
B&W van Leiden willen dat we in 2030 de helft minder CO2 uitstoten en in 2050 CO2 neutraal zijn. Als de burgerij voor elk glaslatje een vergunning moet aanvragen zijn we in het jaar 8000 nog steeds bezig. Dat wordt bij de dan gestegen zeespiegel zoutbestendige glaslatjes onder water aanbrengen. Ik moet toch eens met de nieuwe wethouder over deze “stimulans” praten.
Vandaag was het zover. Na lang aarzelen had ik besloten mijn woning aan te melden bij de Nationale Duurzame Huizenroute 2019. De zaak is dat ik al vanaf 1980 bezig ben met verduurzamen. In een aantal zaken ben ik al al aan de tweede duurzaamheidsslag bezig. Er hangen stokoude en splinternieuwe omvormers aan mijn zonnepanelen, dat oogt rommelig. Niet echt sexy opwindend duurzaam. De woning ziet er niet revolutionair uit, integendeel, het is een ruiime, comfortabele, oerdegelijke jaren-30 woning in een beschermd stadsgezicht. Niks duurzaams te zien behalve de oude, van de straat af zichtbare zonnepanelen waar gemeenteambtenaren steeds over zeuren. Maar intussen wel warmtepomp-voorbereid. Maar goed, het was interessant om aan bezoekers te vertellen dat je een lange adem moet hebben om te verduurzamen, en dat het goed uitkomt om met name bij groot onderhoud een extra duurzaamheidsslag te maken. Voorbeelden: vernieuwen van zink op de oude dakkapel combineren met grondig isoleren van de hele dakkapel, en vervanging va de vloer in de woonkamer combineren met extra vloerisolatie en vloerverwarming. En de extra uitgaven zien terugkomen in sterk verbeterd comfort samen met een lagere energierekening. Met de ’terugverdiensten’ kon de volgende slag gemaakt worden. En zo voort. Die strategie heeft mij in ieder geval al die jaren goed geholpen. En zo nu en dan een thermoscan maken stimuleert ook om verbeteringen aan te brengen.
Volgende week zaterdag 9 november is er nog een gelegenheid om op bezoek te gaan bij een woning in de Nationale Duurzame Huizenroute 2019
En volger van deze website maakte mij attent op de FlexTherm Eco. Dit apparaat slaat overtollige zonnestroom op in de vorm van heet water. Met een weloverwogen ontwerp hebben we hier een echte originele “Wiebes-dissipator’. Ze bestaan dus al!
website van de FlexTherm
met dank aan Jelle
Gelukkig maakte de zon in de afgelopen drie fantastische dagen veel goed. Daarvoor zag ik de productie van mijn zonnestroomsysteem met enige droefenis aan. Drie asgrauwe en drijfnatte weken. Wat een beroerde prestaties. Temeer omdat oktober vorig jaar een recordopbrengst te zien gaf. Aan het eind van de rit noteerden mijn oorspronkelijke 6 paneeltjes (volgend aar 20 jaar oud!) de laagste oktoberprestatie ooit. Nog slechter dan 2004, en dát was een rot-oktober.
Dit jaar bracht al enige tegenslagen, met uitval van omvormers, pendelende omvormers en meer van dat soort onregelmatigheden. Het wordt afwachten wat november en december gaan doen, maar normaal gesproken zijn dat ‘staartmaanden’.
Opbrengsten op de Productiepagina
Wat meer exotische manieren van opslag van zonnestroom kunnen het principe volgen van omzetten van kinetische energie in potentiële energie en die opslaan. In feite volg je met een accu dit principe ook al.
Of toch gewoon de wasmachine/droger pas aan zetten als de zon schijnt? – De afwegingen komen neer op een kosten-baten znalysen en op wat technisch in een stedelijke of landelijke omgeving mogelijk is.
Minister Wiebes lichtte gisteren per brief de Tweede Kamer in over het gefaseerd afschaffen van de salderingsregeling voor teruggleverde zonnestroom. Dat zet een mens aan het denken. Het gaat namelijk niet om niks. Vergis je niet. Zeventig procent van wat er aan supergroene stroom van mijn dak af komt gaat linea recta het openbare net in. Bij menig zonnepaneelezitter zal het niet anders zijn. Wiebes noemt dat “terugleveren”, maar dat is natuurlijk niet zo. Dat dak levert zonnestroom en die stroom wordt dus geleverd aan het net. “Terugleveren” is kijken met omgekeerde optiek. Mijn woning is een micro-energiebedrijf. Het is daarom sympathiek om te weten dat de minister mijn groene onderneming tot en met 2022 steunt met de salderingsregeling. Het is zwaar teleurstellend dat de minister mijn en uw micro-groene onderneming straks zachtjes naar de bliksem helpt omdat hij het niet kan aanzien dat een miljoen huishoudens zonnepanelen op het dak hebben. Stel je voor dat nog meer mensen vergroenen, dat moet voorkomen worden. Melkkoetjes……….
Tijden gaan dus veranderen. Die 70% kostbare groene stroom wil ik graag binnenshuis houden. Ik moet die stroom dus ergens kwijt. Regenwater kan je in een groot reservoir opvangen, stroom ook. De middelen om zonnestroom weg te vangen c.q. achter de meter te consumeren noem ik even “Wiebes dissipatoren“:
Zodra er meer zonnestroom dreigt te worden geproduceerd dan de woning verbruikt kan je bijvoorbeeld:
In ieder geval loont het straks om royaler met stroom om te gaan. Besparen heeft dan een stuk minder zin.
Weet u er nog meer?
Het wordt anno 2019 steeds aantrekkelijker om te gaan rijden met een auto met elektrische aandrijving. Er is genoeg keuze, de modellen zien er gelikt uit, de wagentjes glimmen en glanzen dat het een lieve lust is, en je hebt alle voordelen van elektrisch rijden: schoon, stil, comfortabel, goedkope, soms groene en soms zelf opgewekte “brandstof”, lage onderhoudskosten, redelijke range, voldoende laadpunten in de buurt en onderweg voldoende laadpunten langs de snelweg en op je binnenlandse bestemming. Dus: als je een nieuwe auto overweegt waarom dan nog een ding dat op stinkende benzine rijdt en die zoveel rommel uitstoot dat er een katalysator onder moet hangen om de ergste troep weg te vangen? Bovendien kan je een benzineauto over een jaar of vijf moeilijk inruilen, want dan wil helemáál niemand hem meer hebben.
Wat mij tegenhoudt zijn twee zaken. Allereerst de prijs van een nieuwe elektrische auto. Als particulier hik je tegen een aanschafprijs aan van minimaal 35.000 euro voor een eenvoudig uitgekleed Volkswagentje met een range van maar 275 km tot 82.000 euro voor een Jaguar I-Pace. Echte aficionado’s kunnen 215.000 euro neertellen voor een Tesla Roadster. Dat is nogal wat geld voor een ding dat 99% van de tijd op straat voor je voordeur staat te niksen. In de tweede plaats vraag ik mij af hoe duurzaam het is om in een grote zware batterijenbak te rijden? Het doet me denken aan de eerste door benzine aangedreven auto’s. Dat waren koetsen zonder paard. Stront op straat werd ingeruild voor roet in de lucht. De huidige gerneratie e-auto’s ziet eruit als benzine-auto’s zonder benzinemotor. We zitten dus duidelijk in de overgangsfase. Met duurzaamheid heeft het allemaal met uitzondering van de elektrische aandrjving niks te maken: er zitten nog altijd vier rubberen banden onder de kar die vervangen moeten worden (sneller dan bij een benzinebak want de auto is zwaarder en accelereert geweldig, met bijbehorende bandenslijtage en fijnstof). De reclamemachines van de autofabrikanten schakelen naadlood over van aanprijzen van benzine-gedrochten naar elektrische gedrochten. De files blijven en het grondstoffen- en energieverbruik om al die auto’s te maken blijft gewoon doorgaan.
Het wordt ons heel aantrekkelijk gemaakt om ‘elektrisch te gaan’ maar ik rijd toch nog maar even door met de (elektrische) fiets, het openbaar vervoer, en als het niet anders kan met mijn oude onverwoestbare benzine-autootje. Als dat fossiele ding het opgeeft is er altijd nog electric car-share.
interessante sites:
Keuzehulp voor een elektrische auto op maat van MileuCentraal