Sinds 1 januari 2003 zijn volgens het ministerie van VROM de volgende bepalingen landelijk van kracht. U hebt geen bouwvergunning nodig als u zich houdt aan de volgende regels:
de energieopwekking is bedoeld voor de eigen woning. Ook mag u zonder vergunning zonnestroompanelen op het dak van uw garage zetten als de opgewekte stroom dient voor de energievoorziening van het woonhuis.
Op een schuin dak: de panelen moeten in het vlak van het dak liggen en niet mogen niet naar boven of naar opzij uitsteken.
op een plat dak: de hoogte van de opstelling moet gelijk of kleiner zijn dan de afstand van de dakrand naar de opstelling. Dit is om de zichtbaarheid vanaf de straat te verminderen.
op een plat dak: de hellingshoek van de zonnestroompanelen mag niet meer dan 35 graden met het horizontale vlak zijn.
voor monumenten en panden in een beschermd stads- of dorpsgezicht moet u wél een bouwvergunning aanvragen.
Sinds oktober 2010 is een bouwvergunningweer vereist indien u panelen tegen/aan de gevel wilt bevestigen, bijvoorbeeld als afdakje boven de voordeur.
Zonneboilers: Deze regels gelden ook voor de collectoren van zonneboilers. Verder moeten uw plannen passen in het bestemmingsplan van de wijk waar u woont. Voor een paar paneeltjes hoeft u dus niet meer naar het stadhuis toe. Wilt u ingewikkelde dingen, of hebt u twijfels: ga praten met de specialist bij Bouw en Woningtoezicht van de gemeente waar u woont. Bij de gemeente kunt u ook de brochure over Zonnecollectoren en zonnepanelen van de Rijksoverheid aanvragen waarin alles netjes en overzichtelijk wordt uitgelegd. Ook de bona fide leverancier van zonnestroompanelen kan u inlichten.
Je houdt het nbiet voor mogelijk. Anno 2014 zijn er nog steeds ‘goeie’ gemeenten en ‘kwaaie’ gemeenten. Een ‘goeie’ gemeente heeft een klimaatbeleid, stimuleert zonnepanelen en zonneboilers, en doet niet moeilijk over plaatsing. ‘Kwaaie’ gemeenten stimuleren helemaal niets en doen vervelend als u het in uw domme burgerhoofd haalt zoiets als een bouwvergunning aan te vragen. Hele ‘kwaaie’ gemeenten passen een gemene truc toe: ze verklaren hun gemeente tot beschermd dorps- of stadgsgezicht om zo elke verandering naar eigen willekeur te kunnen regelen. Heel belangrijk is hoe de wethouder van Milieu tegenover duurzame energie staat (dwz duurzame energie opgewekt door de eigen burgers). Voorbeeld van een ‘goeie’ gemeente: Apeldoorn. Voorbeeld van een ‘kwaaie’ gemeente: Lelystad.