Je kan een zonneboiler beschouwen als een harde energiebespaarder. Hard in de zin dat er normaal gesproken per douchebeurt ongeveer een kwart kubieke meter aardgas wordt verbruikt. Die kwart kuub spaar je uit als het warme water wordt geleverd door je zonneboiler. Zo simpel is datr. Je hoeft niets aan je cv-thermostaat te doen, de zonneboiler zorgt stil, schoon en klimaatvriendelijk voor heet water. Ieder jaar levert mijn zonneboiler mij gemiddeld 500 kWh aan pure verbruikte warmte ofwel de energie aanwezig in 50 kubieke meter aardgas. Dankzij mijn zonneboiler blijf ik straks onder het prijsplafond, ofwel ik betaal dan € 1,45 voor een kuubje gas. 50 m3 heeft in dat scenario een equivalent van 72,50 mooie, groene eurootjes. Dat ik ‘maar’ 50 m3 aardgas incalculeer komt omdat het huishouden op dit moment uit twee personen bestaat. Zeg minimaal 25 m3 gasbesparing per persoon per jaar met de zonneboiler! Voor een gezin van 4 personen kom je op 100 m3 gasbesparing ofwel € 145 op jaarbasis en misschien wel meer omdat een gezin qua gasverbruik wel eens door het prijsplafond heen kan gaan. In die situatie is een zonneboiler helemaal rendabel.
Men zou dus verwachten dat onze overheden – landelijk, provinciaal en gemeentelijk – vaart maken met het bevorderen van zonneboilers. Gek genoeg is dat helemaal niet het geval. Men vertrouwt kennelijk op aanvoer van royale hoeveelheden Amerikaans LNG verkregen uit fracking. Dat is pas klimaatvriendelijk. Willen we dat? Ik niet in ieder geval. Terwijl we ons moeten voorbereiden op de mogelijkheid van energieschaarste, met name gas, in de winter 2023-24, en dus een jaar tijd hebben voor een enorme drive naar verduurzaming, beschouwt men zonnewarmte als een nietig Assepoestertje. Niets nieuws onder de zon dus, maar zet je maar schrap.