Het is 13 januari 2021, midden in de winter. Buitentemperatuur 5 graden. Het zonnetje schijnt lekker in een schone, droge lucht. In huis snorren de omvormers vrolijk. Mijn huishouden draait compleet op zonnestroom EN er is overschot. Dat overschot gaat fijn terug het net in zodat de buurman kan profiteren. Op de website energieopwek.nl kan iedereen zien hoeveel alle huishoudens met overschotten, zonnedaken en zonneparken in ons land naar schatting bij elkaar produceren. Dat was rond 11:00 uur 1080 MW ofwel twee maal wat de kerncentrale Borssele eruit kan persen. Om 11:30 werd 1.500 MW. gerapporteerd.
Drie opmerkingen:
Actuele (geschatte) productiegetallen van hernieuwbare energie in ons land op energieopwek.nl
Twee jaar geleden, om precies te zijn in een blogpost op 26 december 2018, besteedde ik aandacht aan de inductie-cv ketel. Imand was op het idee gekomen om de gasgestookte cv ketel te vervangen door een elektrisch apparaat om cv-water te verwarmen, met een geheimzinnige techniek genaamd ‘inductie’ in een ‘inductie-reactor’. Ik vermoed een slimme, hoogrendement elektrische warmtewisselaar . Ik concludeerde dat het een wel erg dure grap zou worden: de energie in pak-em-beet 2.000 kubieke meter gas staat ruwweg gelijk aan 20.000 kilowattuur, en dan heb je je aansluiting nog. De exploitatiekosten, dat wil zeggen de ‘warmtekosten’, zijn stukken hoger dan die bij een warmtepomp.
Maar stel nu dat je 2000 kilowattuur per jaar overschot aan zonnestroom hebt, en Wiebes gaat straks de helft ervan afpakken. En stel dat je woning optimaal is geisoleerd zodat je maar 800 kubieke meter aan gas per jaar nodig zou hebben om de woning te verwarmen en om warm tapwater te bereiden? Dan zou je met netto 8.000 kilowattuur per jaar uitkomen. Gas weg en alles elektrisch, wat zou dan het verschil zijn tussen een elektrische cv ketel en een elektrische warmtepomp?
Reken-appje erbij en maar eens wat rekenen:
De elektrische ketel: COP = 1, Ketel kan in de plaats komen van de oude gas-cv ketel. Geen bewegende delen, onderhoud minimaal. Initiele kosten verzwaring van de meterkast (3×25 ampere) (ook vanwege overgaan van gas-koken op inductiekoken). Geen gehak en gebreek. Geen vervanging radiatoren.
De warmtepomp: COP = 4. Warmtepomp neemt plaats in. Bewegende delen, dus behoorlijk onderhoud. Initiele kosten verzwaring van de meterkast (3×25 ampere) (ook vanwege overgaan van gas-koken op inductiekoken). Wel gehak en gebreek. lage-temperatuurradiatoren nodig, dus extra installatie kosten.
met andere woorden;
bij een warmtepomp is onderhoud belangrijk en zijn ‘warmtekosten’ laag, Verbruik per jaar 2000 kWh. Eigen zonnepanelen wekken 2.000 kWh op waarvan 50% export (met name zomer). Netto verbruik per jaar 1.000 kWh. Plus ‘normale’ elektra verbruik van 2.500 kWh maakt 3.500 kWh.
bij een elektrische cv: onderhoud minimaal, ‘warmtekosten’ hoog. Verbruik per jaar 8.000 kWh. Eigen zonnepanelen wekken 2.000 kWh op waarvan 50% export (met name zomer). Netto verbruik per jaar 7.000 kWh. Plus ‘normale’ elektra verbruik van 2.500 kWh maakt 9.500 kWh.
verschil is en blijft 6.000 kWh, tegen 20 cent per kilowattuur.
De verschillen zijn welhaast klassiek te noemen:
Conclusie: de elektrische ketel maakt een punt, kan een marktaandeel behalen, zeker als de prijsstelling interessant is. Warmtepompen zijn bepaald geen Walhalla-apparaten.
Alle berekeningen staan en vallen overigens met het verbruik aan warmte. Probeer dat zo veel mogelijk omlaag te krijgen want dat loont dubbel: minder vermogen nodig in de cv-installatie en lage warmtekosten. . Dus: isoleer, isoleer en isoleer. En kijk dan wat interessant is. Wellicht is dat een doodgewoon elektrisch ventilatiekacheltje.
Elektrische cv (CVI): zie TL-GREEN
Als je je eigen woning helemaal afgespeurd hebt op warmtelekken en koudebronnen is het zeer leerzaam om zo’n geleende thermoscanner eens mee de straat op te nemen. Op 30 december was ik al op pad geweest in m’n eigen buurt (men vond mij maar een vreemde snuiter). Deze week zijn de weersomstandigheden bijkans ideaal om op grote schaal thermoscans te maken. Lage buitentemperaturen, dus goed zichtbare warmteuitstraling, en vooral weinig zon die vals positieve waarnemingen kan geven op gevels die naar het zuiden zijn gericht. Dus…. aan de wandel door de monumentale binnenstad van Leiden. Eens kijken hoe het er allemaal thernisch bij ligt. Het bovenste plaatje is vanaf de Vismarkt richting Koornbrug. De terrasboten waren leeg (geen wonder met dit kleumkoude weer en bovendien is de horeca vanwege Corona-lockdown dicht op wat afhaalpunten na), maar de etalages en de ramen van appartementen boven de winkels straalden aangename warmte uit. U ziet ook de warmtereflectie op het water van de Nieuwe Rijn. Zelfs in de winter is een binnenstad een warmte-eiland.

Monumentale en vooroorlogse panden zijn hoofdpijndossiers voor energiebespaarders. Ik las ergens in het Leidsch Dagblad dat de oorspronkelijke vloerverwarming in de Pieterskerk (geinstalleerd ca. 1975) 100 kubieke meter gas per uur verslond, en dat het dan nog twee dagen hard stoken duurde om de kerk enigszins behaaglijk te krijgen. Dat was in vroegere eeuwen blauwbekken geblazen in onverwarmde kerken. Tegenwoordig is de Pieterskerk een evenementenlocatie en moeten de recepties en concerten allemaal op aangename kamertemperatuur (21-22 graden) gebeuren. Dan wordt energiebesparen een must.
Ramen van panden in de Leidse binnenstad zijn duidelijk problematisch. Ook dakkapellen vertegenwoordigen warmtelekken. Daken vallen wel mee; daar is behoorlijk geisoleerd als u het mij vraagt. Of de zolders zijn gewoon onverwarmd. Schoorstenen zijn tegenwoordig nog alleen decoratief of voor de open haard, want in het warmtebeeld vallen alleen doorvoerpijpjes van cv installaties op.
Al met al kan monumentaal Leiden als u het mij vraagt nog genakkelijk een grote slag maken op het gebied van energiebesparing. Vergeet niet: verwarming maakt de helft uit van ons jaarlijkse energiebudget. daar valt nog altijd een heleboel te halen. Als de gemeente Leiden nu eens een wat stimulerender en minder oerconservatief beleid had……
Dat 2020 een heel bijzonder jaar voor zonnestroom in ons land is geweest, dat wist ik al op oudejaarsavond. Dan worden namelijk de standen van allerlei tellerjes en metertjes afgelezen en webinterfaces geraadpleegd. Op Nieuwjaarsdag wordt feestelijk de spreadsheet bijgewerkt, er een oliebolletje bij genuttigd en er een extra glaasje champagne op gedronken! Bijzonder is dat 2020 ook de annalen in gaat als een buitengewoon goed windjaar. Ik ben lid van de windenergiecoöperatie ‘Meerwind‘ die in de Haarlemmermeer langs de A4 een drietal windturbines laat draaien. De molenmeester stuurde gisteren het jaaroverzicht: op 31 december 2020 was 105% van de gemiddelde jaarproductie behaald. En dat na een aantal ietwat teleurstellende windjaren. oorzaak: de recordbrekende stormmaand februari 2020 met liefst drie zware stormen. En voor de zonnepaneeelbezitters natuurlijk de mooiste maand mei ever. Laten we vaststellen: de Moeder van alle Zonnemaanden”
Opbrengsten van de windmolens van de cooperatieve windenergievereniging “Meerwind” – 2020-2020
Veel mensen vinden de vooroorlogse bouw in de wijk waarin ik woon buitengewoon aantrekkelijk vanwege de ruime toepassing van glas-in-lood. Je vindt in Leiden hele straten met woningen met overstekken, erkers en ramen omgeven door veelkleurige glas-in-lood ramen. Prachtig, decoratief en zelfs een tikje romantisch. Maar tjonge-jonge wat kleuren ze mooi in het valse spectrum van een warmtebeeldcamera. Buiten was het 2 graden; het was vroege ochtend (09:30); de witte kleur is 21 graden. Klimaatvriendelijk is glas-in-lood bepaald niet. Het heeft ongelooflijk beroerde warmteisolatieeigenschappen. We moeten klimaatneutraal worden, decarboniseren en van het gas af. Doe dat maar eens met glas-in-lood. Dat vergt investeringen. Gewoon enkelglas heeft een isolatiewaarde van 5,8. Lood is een zeer goede warmtegeleider dus reken er maar op dat een glas-in-loodruit een isolatiewaarde heeft van pak-em-beet U=8. Ten opzichte van HR++ glas (U=1,1) scheelt dat ruim 30 kubieke meter gas per jaar per vierkante meter glasoppervlak. En dat kan nog wel eens veel meer zijn omdat het glas-in-lood vaak hoog geplaatst is, dus daar waar de lucht in de woonkamer of halletje bij conventionele cv verwarming het warmst is. Gevolg: een warmteslurpsituatie. En 1 kubieke meter aardgas verstookt zorgt voor uitstoot van 1,89 kilogram CO2 (www.milieubarometer.nl). Vanwege de authenticiteit helpen we dus het klimaat naar de ratsemedee als we niets tegen deze nodeloze uitstoot doen.
Oplossingen:
zomaar een paar websites:
Gewapend met een infraroodcamera dook ik gisteren de Leidse binnenstad in. Dat deed ik expres omdat de omstandigheden erg goed waren om thermoscan activiteit te ondernemen: eerste kerstdag, dus alle mensen zijn knus thuis, kerstboom aan, kacheltje lekker hoog om bezoek royaal te kunnen ontvangen, buiten koud met 3 tot 5 graden. Ik koos expres straten uit waar in de winter weinig zon komt en bovendien richtte ik mijn gereedschap op gevels die naar het noorden zijn gekeerd. En jawel, er werden bijzonder fraaie voorbeelden aan energieverlies gevonden (en dat moet van het gas af ??). Een van de mooiste opnamen was van twee zorgvuldig gerestaureerde voormalige wevershuisjes, compleet met gemeentelijk-monumenten schildje naast de voordeur. Prachtige Anton Pieck-achtige glas-in loodraampjes, o zo romantisch. Maar ze kunnen er het best HR++ glas in zetten, en ik zou ook bijzondere aandacht geven aan fatsoenlijke radiatorisolatie. De warmte giert door de voorgevels en voordeuren de huisjes uit. Brr, en zo onnodig.
Een bevriende relatie tipte me dat hij slnds enige tijd een aantal zonnepanelen in de schuur had staan. Op het dak van zijn woning prijkte en splinternieuwe installatie. Dan weet je het wel. Of ik er interesse in had. Ik heb die dingen opgehaald en er eens goed naar gekeken. Het zijn gebruikte Solarex 120 Wp polykristallijne panelen met aluminium frame die er verder goed uitzien (frame in orde, laminaat in orde, geen krassen, butsen of barsten, busbars goede kleur, kortom nette, meer dan 10 jaar oude panelen. Achterop de panelen bevindt zich een label (onderste plaatje) dat aangeeft dat deze panelen een open klemspanning hebben van 42,1 V. Dit betekent dat ze het als individuele panelen prima zullen gedragen met een OK4E omvormer, of met twee stuks samen met een 250 W micro-omvormer, of als complete serie prima met een 500W omvormer zoals de goede oude trouwe Soladin 600 of equivalent. Aan de achterkant komt uit de junction box een kabeltje dat is afgeknipt. Slordig! Er is geen bevestigingsmateriaal, wel hebben de frames openingen op standaardplekken waarin boutjes kunnen worden aangebracht.

Al met al een stel typische hobbypanelen met als ’tweede’ bestemming de schuur/garage, of tuin-/recreatiehuisje. Het is dat mijn schuur al helemaal vol ligt – zelfs het dakvlak gericht op het noorden – met dit soort veteranen, anders had ik dit bericht niet gepubliceerd. Als er onder de lezerskring mensen zijn met interesse, stuur een emailtje: floris256 – apestaart – yahoo.com. Ik heb trouwens ook een beperkt aantal OK4E-tjes liggen.
En dan loop je in Alphen aan den Rijn met loodzware benen richting tandarts voor de halfjaarlijkse controle en dan kom je door een wonderschoon straatje met nederige naoorlogse huurwoninkjes die allemaal een aardig setje zonnepanelen op het dak hebben. Zowel de woningen aan de even kant van de straat als die aan de oneven kant (ter oriëntatie: de straat loopt noord-zuid). Wonderlijk, in een verder zo onvoorstelbaar ‘Neêrlands-gemiddelde’ gemeente. Toch eens even zoeken met Google. En jawel: het zijn woningen in eigendom van de woningcorporatie Woonforte die oorspronkelijk in 1947 zijn gebouwd als arbeiderswoningen. In 2015 kregen ze een royaal energielabel “G” opgeplakt. Klein, vochtig, koud en primitief naar moderne begrippen. In 2017 heeft Woonforte haar hele woningbezit in de Schrijverswijk in Alphen aan den Rijn compleet gerenoveerd. Er is veel aandacht besteed aan warmteisolatie en energiezuinigheid. De woningen hebben nu allemaal energielabel A.
Ik kwam buitengewoon opgewekt bij de tandarts vandaan. Geen gaatjes in de kiezen en een prachtig gerenoveerd wijkje helemaal vol met zonnepanelen waar mijn eigen gemeente een punt aan kan zuigen. Wat wil een mens nog meer?
Woonforte heeft in de afgelopen twee jaar zonnepanelen gelegd op 2.000 huurwoningen. Pluim voor deze club!
Ik kreeg de volgende reactie. Die is heel aardg, maar ik heb eigenlijk geen direct idee op welk stukje! Wie helpt me verder? Iets met een combiketel?
Beste Floris, Ik kwam je stukje (hierboven) tegen. Leuk dat je ons noemt.
Echter is de informatie waarop je je stukje baseert niet juist. Ik heb je commentaar op jullie site gevonden m.b.t. Inductie verwarming. Je vergelijkt onze unit met een elektrische verwarming, maar daar gaat je vergelijk mis. Door de (natuurkundige) toepassing van inductie liggen de rendementen heel anders dan bij elektrische verwarming.
Daarnaast is de warmte (overdracht) bij inductie direct waar een elektrische verwarming veel meer aanloop vraagt. Daarnaast is de installatie als combiketel inzetbaar, waarbij elektrische verwarring vaak vanuit een boiler moet worden gevoed. Ik wil je graag verder informeren over ons als je interesse hebt zodat je de aannames in je stukje beter kunt onderbouwen of aanpassen. Met warme groet, – volgt naam en bedrijf
Bezat ik maar een thermoscan camera! Dan ging ik vandaag de hele dag op pad om de buurt infrarood in beeld te zetten. In tegenstelling tot nieuwbouw is vooroorlogse bouw in de winter een festival aan warmteverlies. Warmtelekken komen op stille, zonloze en waterkoude decemberdagen feilloos tevoorschijn. De thermoscancamera registreert ze meedogenloos. Op de blogsite Familie Kleinman publiceerde de webmaster eergisteren thermoplaatjes van vooroorlogse bouw in Den Haag die mij doen watertanden.