In de Verenigde Staten kijkt men met een scheef oog naar de wind-op-zee projecten in Europa en Azie. “Waarom wij niet?”, vroegen Amerikaanse supporters van duurzame energie opwekking zich af. “Wij zijn toch Number One In The World”. Jawel, dat mag wel zo wezen, maar offshore wind komt in de USA maar moeilijk van de grond. Dat komt om een aantal redenen. Ten eerste is het land verschrikkelijk groot. In de tweede plaats is er enorm veel windenergie te oogsten, maar wel op plekken waar weinig mensen wonen: de panhandles van Texas en Oklahoma. Die staten kennen we als nogal olieverslaafd. De grote bevolkingsconcentraties liggen in het noordoosten: de Boswash corridor. Nu is er veel wind beschikbaar op de oceaan ten zuiden van de eilanden Martha’s Vineyard en Nantucket, maar dat zijn een soort “groot-Wassenaar”-eilandjes, en de miljonairs aldaar zijn falikant tegen windenergie op zee. Je zal maar tegen een windturbine aankijken vanuit je privĂ© strandpaviljoen, nietwaar? Donald Trump steunde zijn vriendjes dus werden plannen voor offshore wind (‘Cape Wind’, ‘Vineyard Wind’) zoveel mogelijk getraineerd. Nu, met een milieuvriendelijke en energieke president, gaat de beuk erin: de onderneming ‘Vineyard Wind’ heeft officieel vergunning gekregen om een offshore windpark in de Atlantische Oceaan te gaan bouwen dat bestaat uit 84 turbines van ieder zo’n 10 MW. In 2023 moet de eerste stroom aan land komen in Covell’s Beach, Cape Cod, Massachusetts.
bericht op REVE