De constructie van vooroorlogse woningen blijft me immer verbazen. Mijn woning (bouwjaar 1938) blijkt plafondverwarming te hebben op de 1e verdieping! Dat komt zo: de fraaie authentieke overstekken aan de buitenkant van de woning zijn energetisch gesproken monsters, ofwel lege dozen waarin buitenlucht vrij spel heeft. De overstekruimte staat in open verbinding met de ruimte tussen dakbeschot, zoldervloer en de verticale beschotting op de zolderverdieping. Die ruimte staat op zijn beurt weer in open verbinding met de kanaaltjes tussen het stucplafond op de 1e verdieping en de vloerbalken. Op het plaatje aangegeven met gele pijlen. Er stroomt behoorlijk wat lucht door deze kanaaltjes als er luchtdrukverschil is tussen de voor- en achtergevel van de woning. En die is er bijna altijd. Je merkt het heel goed bij noordwesterstorm. Gevolg: in de winter koelen het plafond op de 1e verdieping en de vloer van de zolder flink af, in de zomer warmen ze lekker op. En dat merken we vandaag! Poef! Jeumig!
Er zijn meerdere oplossingen voor deze situatie, bijvoorbeeld plafond eruit en vervangen door geïsoleerd plafond, overstekken isoleren, dakbeschot extra isoleren, De oplossing die ik ooit voorstelde aan de Leidse wethouder met portfolio ‘Duurzame Verstedelijking’: huis helemaal afbreken en fatsoenlijk weer opbouwen, werd met hoon ontvangen. “Koop jij maar een aircootje, baasje, en stook in de winter maar wat harder!”, dat was zo’n beetje het advies. Daar moest ik het mee doen. Dus: die mooie authentieke stucplafonds staan op nominatie nummer 1 om te worden vervangen door PIR-plaat plafonds.