Het wordt anno 2019 steeds aantrekkelijker om te gaan rijden met een auto met elektrische aandrijving. Er is genoeg keuze, de modellen zien er gelikt uit, de wagentjes glimmen en glanzen dat het een lieve lust is, en je hebt alle voordelen van elektrisch rijden: schoon, stil, comfortabel, goedkope, soms groene en soms zelf opgewekte “brandstof”, lage onderhoudskosten, redelijke range, voldoende laadpunten in de buurt en onderweg voldoende laadpunten langs de snelweg en op je binnenlandse bestemming. Dus: als je een nieuwe auto overweegt waarom dan nog een ding dat op stinkende benzine rijdt en die zoveel rommel uitstoot dat er een katalysator onder moet hangen om de ergste troep weg te vangen? Bovendien kan je een benzineauto over een jaar of vijf moeilijk inruilen, want dan wil helemáál niemand hem meer hebben.
Wat mij tegenhoudt zijn twee zaken. Allereerst de prijs van een nieuwe elektrische auto. Als particulier hik je tegen een aanschafprijs aan van minimaal 35.000 euro voor een eenvoudig uitgekleed Volkswagentje met een range van maar 275 km tot 82.000 euro voor een Jaguar I-Pace. Echte aficionado’s kunnen 215.000 euro neertellen voor een Tesla Roadster. Dat is nogal wat geld voor een ding dat 99% van de tijd op straat voor je voordeur staat te niksen. In de tweede plaats vraag ik mij af hoe duurzaam het is om in een grote zware batterijenbak te rijden? Het doet me denken aan de eerste door benzine aangedreven auto’s. Dat waren koetsen zonder paard. Stront op straat werd ingeruild voor roet in de lucht. De huidige gerneratie e-auto’s ziet eruit als benzine-auto’s zonder benzinemotor. We zitten dus duidelijk in de overgangsfase. Met duurzaamheid heeft het allemaal met uitzondering van de elektrische aandrjving niks te maken: er zitten nog altijd vier rubberen banden onder de kar die vervangen moeten worden (sneller dan bij een benzinebak want de auto is zwaarder en accelereert geweldig, met bijbehorende bandenslijtage en fijnstof). De reclamemachines van de autofabrikanten schakelen naadlood over van aanprijzen van benzine-gedrochten naar elektrische gedrochten. De files blijven en het grondstoffen- en energieverbruik om al die auto’s te maken blijft gewoon doorgaan.
Het wordt ons heel aantrekkelijk gemaakt om ‘elektrisch te gaan’ maar ik rijd toch nog maar even door met de (elektrische) fiets, het openbaar vervoer, en als het niet anders kan met mijn oude onverwoestbare benzine-autootje. Als dat fossiele ding het opgeeft is er altijd nog electric car-share.
interessante sites:
Keuzehulp voor een elektrische auto op maat van MileuCentraal