De kwaliteit van het binnenklimaat in een woning bestaat vooral uit gevoelswaarde. Je leeft erin, je eet en je slaapt erin en de woning moet prettig aanvoelen. De belangrijkste natuurkundige kwaliteiten die hieraan bijdragen zijn temperatuur, vochtgehalte, en hoeveelheid [fijn]stof. Minder bekend is de CO2 concentratie in de huisatmosfeer. In het soort vooroorlogse woningen zoals dat waarin ik woon is het binnenklimaat van oorsprong vooral in de winter beroerd: vochtig, koud, slecht verwarmd, tochtig, muf en slecht geventileerd. Schimmel ligt op de loer.
Aan dat binnenklimaat kan men gelukkig enorm veel doen. Zo geeft bijvoorbeeld plaatsing van HR++ glas en vloerisolatie gecombineerd met vloerverwarming een gigantische verbetering van het binnenklimaat. Wèg tocht! Niks meer muf! Alleen al daarom de moeite meer dan waard om meteen toe te passen in vooroorlogse wonigen. Een en ander is goed te meten aan een sterk verminderd vochtgehalte en bijvoorbeeld het verdwijnen van muffe lucht verspreid door boeken op de onderste planken van boekenkasten. Overgaan op inductiekoken geeft enorme vermindering van vieze lucht en fijnstof in de keuken. Het huis blijft veel langer schoon.
Blijft over de ventilatie – hét zwakke punt in vooroorlogse bouw. Er moeten vanwege de ‘natuurlijke’ ventilatie ramen open. Dat geeft aan de ene kant heerlijk frisse lucht, maar het betekent aan de andere kant warmteverlies. Om de kwaliteit van de lucht in de woning te bepalen heb ik een CO2 sensor laten aanrukken die gekoppeld aan een Aduino voortdurend het aantal ppm CO2 de binnenatmosfeer gaat registreren. Een eerste stap richting CO2 gesturude ventilatie. Meten = weten!
Ik ben daarin niet de enige. Collega Martin Kleinman is zeer recent begonnen met de CO2 metingen binnenshuis met een Netatmo.