Bij al dat gereken kom ik tóch telkens weer uit op een full-electric warmtepomp. Wat je namelijk altijd moet meerekenen is de investering in de woning. Je krijgt er én warmte én comfort voor terug, en als je je woning te koop zet een hogere verkoopprijs.
Als ik die arme stakkers zie op AVROTROS Radar in beschimmelde, tochtige en koude particuliere huurwoningen met beslagen enkel glas en geen spoor van isolatie (maar wel een hoop tocht en een hoge energierekening) dan denk ik dat het punt ‘comfort’ er duidelijk toe doet. Maar hoe verdisconteer je ‘comfort’ in een investerings berekening voor een warmtepomp? Niet druk over maken, diep ademhalen en die investering gewoon doen. Zo deed ik het ook in 2000 met de zonnepaneeltjes en daarvoor met spouwmuurisolatie, en van beide investeringen heb ik nooit spijt van gehad, integendeel. Investeringsrisco nemen betaalt zich soms wel eens uit. Al moet je er een leninkje voor afsluiten.
Goed dus: de full electric warmtepomp komt er gewoon. Compleet van het gas af gaan is de volgende beslissing, maar dat kan wachten tot de warmtepomp pico bello draait. Ik heb nog ergens op zolder een elektrisch kacheltje dat als backup kan dienen.
kijk op AVROTROS Radar, 18 maart 2024: Veel vaker enkel glas in particuliere huurwoning dan koopwoning: ‘Niet van deze tijd‘
⇒ even opletten op het plaatje: dit HR++ glas van mijn kantoortje was afgelopen winter aan de buitenkant bevroren!