Een interessant fenomeen bij goed geïsoleerde woningen is warmteaccumulatie tijdens hittegolven. Het begin van een hittegolf is peanuts: ramen dicht, zonwering naar beneden, ‘ s avonds de ramen lekker open en ventileren maar. Maar er treedt toch transmissie op van buiten naar binnen. Vergist u zich niet, mijn woning is vooroorlogse bouw en dat is energetisch gesproken buitengewoon knullige architectuur. Sinds de houten vloer is vervangen door beton met daaronder 30 cm polystyreen isolatie is het ’s winters behaaglijk warm en zeer comfortabel. Vanwege het dikke beton en het water in de lussen van de vloerverwarming bezit die vloer een enorme warmtecapaciteit. Het is een wamtemassa. Hij warmt hierdoor traag op en hij koelt ook traag af. Tijdens de eerste dagen van een hittegolf gaat het hierdoor allemaal prima. Totdat de nachten warm, vochtig en kleverig worden. Er is dan ’s nachts niet voldoende afvoer meer van warmte met als gevolg dat de vloer warmte accumuleert, dag na dag een half graadje erbij. Op het plaatje ziet u de monitoring in de ochtend van 11 augustus 2020. De vloerverwarming zelf staat uit, de pomp draait zo nu en dan op instructie van de pompschakelaar. Temperatuur in de toevoer is 26 graden, de lussen zelf (lees: de vloer) ‘doen’ 24,5 graden. In de winter is de watertemperatuur lus-in constant 23 graden. Toevoertemperatuur wordt gemeten voor de verdeler die de warmte de lussen in stuurt. Ze is vraagafhankelijk en zit in de winter tussen 20 en 50 graden. De vloer is dus op het moment warmer dan hij ooit in de winter wordt! Aangezien het in de winter een hele tijd duurt om de vloer op te warmen wordt het straks als de hittegolf afgelopen is een hele toer om al die warmte er weer uit te krijgen. De bedoeling van het isoleren van je huis is om warmte binnen te houden. nou, dat doet het ook – opgepast dus bij een hittegolf!