Zonnestroompanelen in Nederland

duurzaamheid achter de meter

Gaat Wiebes voor de ‘grote jongens’ ?

Wie de geschiedenis van zonnestroom in ons land heeft gevolgd ziet een soort Gandhi-scenario: eerst werden zonnepanelen genegeerd, toen afgeserveerd als volstrekt belachelijk (“zonnepanelen horen thuis in de Sahara”), vervolgens schoorvoetend geaccepteerd als niche product en ten slotte algemeen geaccepteerd. Het is nu zo dat wethouders proberen de welstandsregels in beschermde stads- en dorpsgezichten aan te passen zodat die vermaledijde maar o, zo populaire zonnepanelen (o, gruwel!) misschien op beschermde daklandschappen kunnen komen. Waren het vooral particulieren die de zonnestroomkar jarenlang hebben getrokken: anarchisten, dwarsdenkers en milieufreaks om mee te beginnen, later werden het vooral brave huisvaders die berekenend gingen investeren in de blauwzwarte stroomopwekkende dakdecoratie. Tot op ministerieel niveau doordrong dat dezelfde particulieren ook consumenten zijn die gigantisch veel energiebelasting opbrengen. Op regeringsniveau werd in de achterkamertjes besloten om particulieren zo veel mogelijk dwars te zitten en met grote jongens in zee te gaan. Grote jongens kunnen zó snel voetbalvelden vol panelen leggen dat het stroomnet ervan gaat kraken en piepen. Dikke, vette subsidie dus voor het bedrijfsleven en helemaal niks voor particulieren. Sterker nog: particuliere consumenten hoesten het subsidiegeld op doordat ze ODE betalen bovenop alle andere belastingen, heffingen en btw over heffingen. Tel uit je winst, Wiebes!  Enfin, dit is de strekking die ik geef aan een noodkreet die ik vanochtend binnen kreeg van een kleine lokale energieleverancier, VanOns

Nieuwsbericht VanOns: Zon-op-dak projecten gesaboteerd door scheve subsidieregeling

met dank aan JH.