Zonnestroompanelen in Nederland

duurzaamheid achter de meter

Mijn ‘field lab’ wordt mobiel!

Er bestaat een gerede kans dat er op een kwaad moment een ambtenaar bij mij aanbelt namens de gemeente Leiden, afdeling Handhaving. “Wat hebben we daar in de tuin, meneertje? Wat moeten die lelijke blauwe panelen daar? Weet u wel dat u in een Beschermd Stadsgezicht woont en dat dat de normen en waarden in de gemeente Leiden erop zijn gericht van onze mooie stad een Openluchtmuseum te maken?”. “Meteen weghalen dat spul!”. “Klimaatverandering bestrijden dat doen de Amerikanen wel. Wij in Leiden hoeven niets te doen want ons land is al te klein, en ons mooie monumentale stadje helemaal.”

Daar is wat voor te zeggen. Geen techno-afval, moderne rotzooi in ons achtenswaardige Leiden. Dat kán gewoon niet!

Aanleiding voor deze korte fantasie is een interview in het plaatselijke nieuwsblad van afgelopen donderdag met een bewoner van de binnenstad van Leiden (ik woon buiten de singels; binnen de singels is het nog beroerder gesteld met gemeentelijk conservatisme dan erbuiten – ook in Leiden kan het altijd erger).

De eigenaar-bewoner van een monumentaal pand had de moed gehad om de vergunningsaanvraag door te lopen om 11 panelen op het dak van zijn woning te leggen. Alleen al dat vergunningstraject is afschrikwekkend complex, lang en ontmoedigend – de angst zit er goed in bij de gemiddelde Leidse woningeigenaar! Meneer kreeg prompt nul op het rekest. En hij is niet de enige. Ik ken iemand die uit boosheid/wanhoop dan maar een heleboel zonnepanelen op het hellende, naar het noorden wijzende dakvlak van zijn woning (in het beschermde Stadsgezicht) heeft gelegd. Zou nog wel eens illegaal kunnen zijn, ook.

In ieder geval heet mijn Field Lab vanaf nu “Mobiele Field Lab”. Immers, het is in Leiden geen enkel probleem om een blinkende auto voor de deur te parkeren, desnoods een stokoude stinkende diesel, als het maar wielen heeft, maar zonnepanelen, oh, no.

Naar aanleiding van een artikel in het Leids Nieuwsblad donderdag 22 april 2021, blz 7, “Van versoepeling van de regels is echt geen sprake”. Lees en huiver.